Begeleiding Hoogsensitiviteit, voor wie?

Voor wie is de begeleiding zinvol?
De begeleiding kan zinvol zijn voor iedereen die hooggevoelig is en wenst te leren omgaan met deze bijzondere karaktereigenschap. ​
​Hieronder vind je een aantal thema's waar hoogsensitieve personen (hsp's) en/of hoogsensitieve kinderen (hsk's) moeite mee kunnen hebben en ook een heleboel tips en 'tools' om met deze thema's om te leren gaan. Het merendeel van deze thema's is terug te voeren op 1 overkoepelend thema waar de meeste hsp's en hsk's mee worstelen, met name het thema grenzen.
Niet alle onderstaande thema's zullen op jou van toepassing zijn en sommige thema's zijn ook van toepassing op niet-hsp's. Ik realiseer me dat onderstaande tekst ietwat lijvig uitgevallen is en daardoor veel om door te nemen is. Daarom zijn de stukken tekst voorzien van duidelijke titels zodat je alleen die thema's kunt lezen die op jou van toepassing zijn. Alvast veel leesplezier gewenst! Indien je na het lezen van deze tekst extra begeleiding bij je hoogsensitiviteit wenst, dan kun je contact opnemen voor een afspraak. ​​
Hoogsensitiviteit bij volwassenen, kinderen en in relaties
Hsp?
In mijn praktijk merk ik dat er nog aanzienlijk wat hsp’s zijn die zich (nog) niet realiseren dat ze hooggevoelig zijn. Dat komt doordat je enkel jezelf als referentiekader hebt en niet weet hoe een ander het leven ervaart. Deze hsp’s lopen dan tegen van alles aan en hebben er geen idee van hoe dat komt. Stap 1 in het bewustwordingsproces is onderzoeken of je hooggevoelig bent. Dat kun je doen door de hsp-test in te vullen (zie begeleiding hoogsensitiviteit) en door een boek over hoogsensitiviteit te lezen. Er bestaat inmiddels heel wat goede literatuur over (zie literatuurlijst). Op deze manier kun je je informeren en kijken of je jezelf in het plaatje herkent. Bovendien krijg je in de meeste literatuur ook al handvatten aangereikt over hoe je met je hooggevoeligheid om kunt gaan. Hiermee kom je al een heel eind. Toch merk ik dat hsp’s hierna toch nog blijven worstelen met hun gevoeligheid en de consequenties daarvan. In dat geval is het fijn om er in mijn praktijk samen naar te kijken en het te hebben over alle kleine dingen waar je als hsp tegen aanloopt. Het kan zijn dat je nog blinde vlekken hebt, weerstand ervaart, of nood hebt aan extra begeleiding, handvatten en/of energetisch werk. Leren omgaan met je hooggevoeligheid is immers een proces.
Hsk?
Hetzelfde geldt voor kinderen. Indien je niet zeker weet of je kind hooggevoelig is, doe dan de hsk-test (zie begeleiding hoogsensitiviteit), lees je in, pas de tips toe die je in de boeken vindt en kijk wat dat oplevert. Hou er hierbij wel rekening mee dat elk kind anders is en dat wat voor de ene goed werkt, dat niet noodzakelijk doet voor de andere. Jij kent je kind het beste en voelt het beste aan wat goed voor hem/haar is en wat niet. Kom je er toch niet alleen uit, dan kun je een afspraak maken voor extra begeleiding bij de hoogsensitiviteit van je kind.
Het kan ook fijn zijn dat je kind(je) zelf in begeleiding komt omdat het zelf met z’n hooggevoeligheid worstelt of met bepaalde andere dingen zit. Deze begeleiding wordt afgestemd op wat het kind nodig heeft en bestaat uit een combinatie van gesprek en voelen in het lichaam. Met name gronding is vaak een werkpuntje bij (kleine) kinderen. Zich gezien en begrepen voelen, kortom voelen dat ze mogen zijn wie ze zijn en dat dat zo helemaal ok is, staat centraal in de begeleiding bij hoogsensitieve kinderen.
Hooggevoeligheid in relaties
Wat als jij hooggevoelig bent en je partner is het niet, of andersom? Dan is het voor de niet-hsp wellicht interessant om zich te informeren over wat hooggevoeligheid precies inhoudt. Wederzijds begrip en respect voor elkaars anders-zijn en op een heldere manier communiceren over hoe ieder van jullie de wereld ervaart, is dan cruciaal om de relatie te laten werken. En wat als jullie allebei hooggevoelig zijn? Dan kan het gebeuren dat jullie moeite hebben met dezelfde dingen. Dat kan vervelend zijn omdat het dan moeilijker wordt om taken van elkaar over te nemen, simpelweg omdat jullie er omwille van jullie hoogsensitiviteit allebei mee worstelen. Ik denk hierbij bv. aan autorijden, wat voor veel hsp's een toch enigszins spannende of stresserende aangelegenheid is omwille van de grote hoeveelheid prikkels die op je afkomt, agressie in het verkeer of andere stressvolle of onvoorspelbare situaties op de weg.
De eigen grenzen bewaken
Hsp's en hsk's hebben moeite met de eigen grenzen te bewaken. Hieronder vind je een aantal aspecten die daarmee te maken hebben.
Overprikkeling
Omdat hsp’s een gevoelig zenuwstelsel hebben en daardoor extra prikkels binnen krijgen die vervolgens ook weer op een diepgaandere manier verwerkt moeten worden, kunnen hsp’s overprikkeld geraken. Signalen hiervan kunnen bv. zijn: geïrriteerd geraken, emotioneel worden, even tilt slaan, slecht in slaap geraken etc.
​
Overprikkeling voorkomen doe je door (opnieuw te gaan) te voelen in je lijf en te (her)ontdekken waar je grenzen liggen. Dat kun je leren in mijn praktijk op de behandeltafel. Vervolgens is het zaak om je grenzen te respecteren en te bewaken. Leren doseren is daarbij belangrijk. Realiseer je dat een normale werkdag vaak al veel is voor een hsp en dat activiteiten daarbovenop soms te veel kunnen zijn voor een hsp. Plan daarom niet te veel drukke bezigheden achter elkaar op een dag. Herstellen van overprikkeling kun je doen door eerst uit te zoeken van welke dingen je rustig wordt en deze dingen dan te gaan doen wanneer je overprikkeld bent. Manieren om te ontprikkelen zijn legio en voor iedereen anders: de ene hsp doet dit in een hoekje met een boekje met een kopje thee en een koekje, de andere door een mooie wandeling in de natuur te maken, een derde door te puzzelen, breien, muziek te luisteren, te kijken naar een leuke film, een vierde door te sporten, naar de sauna te gaan enz.. Hsp’s zijn er ook op ingesteld om prikkels te vermijden. Dat is ok tot op zekere hoogte, maar het mag je zeker niet verhinderen om deel te nemen aan het leven. Hsp’s dienen een manier te vinden om om te gaan met hun gevoeligheid in de maatschappij zoals ze is.
Ook kinderen kunnen overprikkeld geraken en dan zijn huilbuien of woedeuitbarstingen vaak niet uit de lucht. Ook kunnen ze druk, hyperactief of dwars worden of zich juist helemaal terugtrekken. Hoofdpijn, buikpijn, vermoeidheid en slecht in slaap geraken, zijn ook signalen. Probeer overprikkeling bij je kind te voorkomen door bv. voldoende rust in te lassen op drukke dagen, respecteer zijn/haar grenzen en zoek uit van welke activiteiten hij/zij weer rustig kan worden. Dat kan bv. zijn: samen een boekje lezen, wat tv kijken, een rustig spelletje doen of gewoon luisteren naar je kind of het vasthouden. Op deze manier kan je kind weer herstellen van overprikkeling.
Perfectionisme en faalangst
Hsp’s willen graag alles heel goed doen en leggen daardoor de lat vaak erg hoog voor zichzelf. Hierdoor kan het zijn dat ze zichzelf langdurig over hun eigen grenzen heen jagen, waardoor ze uitgeput geraken. Soms ook leggen ze de lat zo hoog dat dit verlammend gaat werken en faalangst om de hoek komt kijken. Dan is het zaak om de lat ietsje lager te leggen, maar niet te laag want dat redden de meeste hsp’s niet. Het goed willen doen is ok, doorgedreven perfectionisme daarentegen werkt ondermijnend. Hsp’s zijn ook vaak te streng en te hard voor zichzelf. Mild en liefdevol leren zijn voor je kleine ikje is dan aan de orde.
Het bovenstaande geldt ook voor hoogsensitieve kinderen. Leg uit aan je kind dat zijn/haar werk niet perfect hoeft te zijn, dat hij/zij foutjes mag maken en dat dat niet erg is. Bewaak indien nodig mee de grenzen van je kind zodat het niet uitgeput geraakt.
Over de eigen grenzen heengaan (volwassenen)
Zoals hierboven reeds gezegd, hebben hsp's moeite met het bewaken van de eigen grenzen. Daardoor gaan hsp's vaak over hun eigen grenzen heen. Daar zijn verschillende redenen voor. Een aantal daarvan werden hierboven reeds vermeld en worden hieronder kort hernomen.
Hsp’s hebben een gevoeliger zenuwstelsel dan gemiddeld en hun hersenen werken anders dan die van niet hsp’s (dat is inmiddels wetenschappelijk bewezen). Daardoor hebben ze meer tijd nodig om externe en interne prikkels (alles wat door je hoofd heen gaat) te verwerken en doen ze dit op een diepgaandere manier. Wanneer ze daar onvoldoende de tijd voor nemen, dan gaan ze over de eigen grenzen heen en krijgen ze stress. Hsp’s zijn dus ook stressgevoeliger dan gemiddeld.
Daarnaast willen hsp’s, zoals hierboven ook reeds gezegd is, alles heel goed doen en zijn ze vaak perfectionistisch.
Bovendien hebben hsp’s talenten en vaardigheden die in onze huidige maatschappij niet als dusdanig (h)erkend worden (bv. een goed waarnemingsvermogen, een sterke intuïtie, een groot empathisch vermogen, goed kunnen luisteren, diepzinnig zijn, diep over zichzelf reflecteren, goed het grote geheel kunnen overzien, goed verbanden kunnen leggen, goed details kunnen zien, creatief denken, weloverwogen keuzes maken, een groot verantwoordelijkheidsgevoel, zorgzaam zijn, etc.). Wanneer je talenten en vaardigheden niet gezien en (h)erkend worden door anderen, is het heel moeilijk om deze bij jezelf te zien en (h)erkennen.
De talenten die wel gewaardeerd worden in onze samenleving, hebben hsp’s meestal niet in huis (vb. presteren bij hoge werkdruk, onder tijdsdruk of in een drukke omgeving, stressbestendig zijn, snel kunnen beslissen en handelen, flexibel zijn, competitief zijn, extravert zijn, etc.). Hsp’s die zich spiegelen aan de talenten en vaardigheden van niet hsp’s, begrijpen vaak niet waarom anderen bepaalde dingen wel kunnen en zij niet. Hierdoor denken hsp’s vaak dat er iets mis met hen is en ontwikkelen ze gevoelens van minderwaardigheid. Denk hierbij aan de volgende uitspraak van Albert Einstein: ‘Everybody is a genius. But if you judge a fish by its ability to climb a tree, it will live its whole life believing that it is stupid.’ Weet dat de helft van alle hsp’s en hsk’s een lage eigenwaarde en een laag zelfbeeld heeft!
Door bovenstaande complexe cocktail aan factoren, gaan hsp’s vaak nog beter hun best doen en nog harder werken: ze proberen zich aan te passen en tegemoet te komen aan de eisen van de maatschappij, niet zelden ook uit angst om hun job te verliezen. Hierdoor gaan ze vaak langdurig ​over hun grenzen heen, ze putten zich uit en worden zo vatbaarder voor stressgerelateerde aandoeningen zoals bv. CVS en burn-out. Een burn-out ontstaat doordat je langdurig op een verkeerde manier omgaat met je energie. Hierdoor geraakt je batterij leeg en je reserves helemaal uitgeput. Eigenlijk ga je een heel stuk onder nul waardoor het erg lang kan duren voor je weer een beetje op je positieven gekomen bent. Mensen met burn-out schamen zich daar vaak voor. Is het nou nog niet over?
Hoe voorkom je dat je in deze negatieve spiraal belandt of hoe kom je eruit als je er al in zit? Informeer jezelf over je eigenschap en de consequenties ervan. Pas de aangereikte handvatten toe. Stop met jezelf te vergelijken met anderen, daar word je alleen maar ongelukkig van, je kunt immers geen appelen met citroenen vergelijken. Accepteer je anders-zijn en de consequenties daarvan. Neem ze serieus en doe deze eer aan. Vecht er niet tegen. Leer opnieuw voelen waar je grenzen liggen. Respecteer deze. Ga anders om met je energie. Stel grenzen. Neem voldoende rust. Beperk stress tot een minimum. Doe ook leuke dingen en leer daar weer van te genieten. Werk aan een positief zelfbeeld, zelfwaardering en eigenwaarde. Je bent uniek in deze wereld: er is niemand anders zoals jij, met jouw talenten en vaardigheden! Als hsp kun je rond al deze thema’s werken in mijn praktijk. Ook bij burn-out kan de begeleiding dus ondersteuning bieden.
Over de eigen grenzen heengaan (kinderen en jongeren)
Ook hoogsensitieve kinderen en jongeren worstelen met gelijkaardige problemen. Met name in het onderwijs gaan ze vaak langdurig over hun grenzen heen om mee te kunnen. Dat komt door een complex aantal factoren die met elkaar verweven zijn.
Zo is het huidige onderwijs nog te veel gericht op taaldenkers en veel minder op beelddenkers. Taaldenkers leren vooral auditief, cognitief en stapsgewijs. Dit laatste wil zeggen dat zij baat hebben bij het opdelen of fragmenteren van de leerstof in van makkelijk naar moeilijk. Beelddenkers leren daarentegen beter visueel, intuïtief en alles tegelijk: zij hebben het grote plaatje, geheel of beeld (bv. een boom) nodig om verbanden (bv. de takken) te kunnen zien en er de details (bv. de bladeren) aan op te hangen. Je kunt dit ook vergelijken met puzzelen: daarbij heb je ook de voorbeelddoos en alle puzzelstukjes tegelijk nodig om de volledige puzzel te kunnen maken. Taal- en beelddenkers hebben dus een totaal andere, bijna aan elkaar tegengestelde leerstijl. Daarnaast is er ook een klein percentage aan kinderen dat zowel visueel als auditief leert in combinatie met beweging (vb. schrijven, droedelen). Zij hebben een plaatje, praatje en daadje nodig om goed te kunnen leren. Dat laatste is best lastig als je de hele dag moet stilzitten op de schoolbanken. Hierdoor bouwt er zich spanning op in het lichaam van deze kinderen. Deze spanning proberen ze dan te ontladen door bv. te spelen met ‘fidget toys’ of te kauwen op kauwgom.
Waarom nu deze uitleg over taal- en beelddenkers? Wel, omdat de meeste hsp’s uitgesproken beelddenkers zijn! Het huidige onderwijs is daar niet voldoende op toegespitst en voor deze kinderen vaak te cognitief. Auditief en stapsgewijs leren past niet bij hun leerstijl. Uit het hoofd leren en telkens weer herhalen, is erg moeilijk voor deze kinderen en kost heel veel energie. Bovendien zien ze daar vaak de zin niet van in omdat je veel zaken gewoon op kunt zoeken. Waarom moet je ze dan uit het hoofd leren?
Daarnaast gaat er al zoveel door hun hoofd heen: ze leggen verbanden die anderen niet zien en gaan vaak veel dieper, grondiger en uitgebreider te werk. Ze hebben last van externe en interne overprikkeling (net door alles wat er door hun hoofd heen gaat) en krijgen daardoor stress. Tel daarbij doorgedreven perfectionisme en daaruit voortvloeiend faalangst bij op. Dit alles zorgt ervoor dat hsk’s trager werken en meer tijd nodig hebben dan gemiddeld om alles te verwerken. Hierdoor krijgen ze vaak onterecht de stempel ‘traag’ of ‘lui’ opgedrukt en worden ze tot spoed aangemaand, terwijl moeten presteren onder tijdsdruk net averechts werkt en extra stress bezorgt.
Wanneer hsk’s niet gezien worden voor wie ze zijn, met al hun bijzondere vaardigheden, talenten èn valkuilen, dan is de kans groot dat hun zelfbeeld keldert en ze in een negatieve spiraal terecht komen. Er zit dan niet veel anders op dan chronisch over hun grenzen heen te gaan om mee te kunnen op school, af te zakken en onder hun niveau te gaan werken, of simpelweg uit de boot te vallen. Er dient dus wat te veranderen in het onderwijs. Veranderingsprocessen kosten echter tijd. Dat dienen we te aanvaarden.
Wat kun je intussen als ouder doen om je kind te ondersteunen? Zie je kind voor wie het is, met name hoogsensitief. Laat het voelen dat het goed is zoals het is. Leg uit aan je kind wat hooggevoeligheid inhoudt en/of laat hem/haar er een boekje over lezen. Leer hem/haar ermee om te gaan. Begeleid, help en ondersteun je kind waar nodig bij schoolse aangelegenheden. Meld op school dat je kind hooggevoelig is, praat er indien nodig over met de leerkrachten, roep bij eventuele moeilijkheden hun hulp in. Ga achter je hooggevoelige kind staan. Hsk’s die thuis een goede basis hebben, komen makkelijker tot bloei dan hsk’s die dat thuis niet hebben.
Het kan zijn dat je vroeger thuis, op school en in je verdere omgeving geen goede basis gehad hebt omdat ouders, leerkrachten en derden niet op een juiste manier omgegaan zijn met je hooggevoeligheid. Wellicht werd je geconfronteerd met onbegrip en oordelen, werd je niet in je waarde gelaten en gekleineerd (‘flauwerik’, ‘mietje’) of mochten je emoties er niet zijn (‘Daar moet je nu toch niet om wenen’). Kortom, je werd niet gezien, erkend, bevestigd en gewaardeerd voor wie je was. Dit kan erg kwetsend voor je geweest zijn en schade opgeleverd hebben in de vorm van een laag zelfbeeld, een gebrek aan zelfvertrouwen, gevoelens van minderwaardigheid, pijn, verdriet, boosheid, etc.. In dit geval is het nodig om deze schade in je latere leven alsnog te gaan helen, opgeslagen emoties te verwerken en te werken aan een positief zelfbeeld. Wellicht kun je daar enige hulp en begeleiding bij gebruiken.
Realiseer je echter dat wanneer je als kind geen goede basis gehad hebt, je dat nooit meer helemaal goed kunt maken. Dat komt simpelweg doordat je fundament ontbreekt en dat kun je, net zoals bij een huis, niet meer achteraf opbouwen. Dat is belangrijk om weten omdat je anders het gevoel krijgt dat je niet vooruit gaat of dat je teleurgesteld geraakt omdat sommige zaken, zoals bv. gevoelens van minderwaardigheid, onzekerheid, niet welkom zijn, een gebrek aan zelfvertrouwen etc., niet overgaan en op regelmatige basis de kop blijven opsteken doorheen je hele leven. In dit geval is het nodig om te accepteren dat dat zo is en dat deze zaken in dit leven bij je horen.
Grenzen bewaren ten opzichte van anderen
Hsp’s hebben het vaak moeilijk met hun grenzen te bewaren ten opzichte van anderen. Hieronder vind je een aantal aspecten die daarmee te maken hebben.
Empathie
Doordat hsp’s zo empathisch zijn, is die grens niet altijd duidelijk en verliezen ze zichzelf makkelijk in de ander. Enerzijds hebben hsp’s een groot inlevingsvermogen, anderzijds kunnen hsp’s stemmingen, emoties of pijn van anderen in hun eigen lichaam voelen. Daardoor weten zij niet meer goed of die stemmingen, emoties of pijn van hen zijn of van iemand anders. Ook bij hoogsensitieve kinderen is dat het geval. Enkele voorbeelden hiervan bij volwassenen en kinderen. Je partner komt in een vervelende stemming thuis en voor je het weet, ben je zelf ook in een vervelende stemming. Tijdens een begrafenis van een verre kennis, zit je tranen met tuiten te huilen terwijl je zelf eigenlijk niet verdrietig bent. Het ene kindje begint te huilen omdat er een ander kindje huilt. Een kind ziet twee voetballers tegen elkaar botsen, waarna het zelf naar zijn hoofd grijpt en luidkeels krijst dat dat pijn doet.
Voor hsp’s en hsk’s is het belangrijk dat ze goed bij zichzelf leren blijven. Hier komt enig energetisch werk om de hoek kijken: jezelf leren gronden, centreren en afschermen, is dan aan de orde. Dat kun je allemaal leren in mijn praktijk onder de noemer begeleiding bij hoogsensitiviteit. Ook jezelf heel duidelijk begrenzen door te bedenken: ‘Ik ben ik en jij bent jij’, kan hierbij helpen.
Veel op zichzelf betrekken
Hsp’s zijn gevoeliger dan gemiddeld voor waardeoordelen, kritiek en afwijzing en betrekken deze zaken meer op zichzelf dan niet hsp’s. Ze trekken zich dit dus harder aan.
Hsp’s (en ook niet-hsp’s) vullen gedrag van anderen veelvuldig en vaak op een negatieve manier in en ​betrekken die invullingen vervolgens op zichzelf. Een voorbeeld. Een zoon heeft al lang niet gebeld naar zijn moeder. De moeder denkt daardoor dat ze wat fout heeft gedaan, maar dat is niet zo. De zoon heeft gewoon te veel aan zijn hoofd waardoor hij niet naar zijn moeder belt. Nog een voorbeeld. Je partner komt thuis en is nogal kortaf tegen jou. Jij denkt dat dat komt doordat je wat fout hebt gedaan, maar dat is niet zo. Je partner is kortaf doordat hij moe en overprikkeld is van zijn werk. Herkenbaar?
Hsp’s (en ook niet hsp’s) kijken vaak door een negatieve bril die de realiteit op een verkeerde manier inkleurt. Deze bril kan verschillende thema’s hebben. Zo heb je de ‘Ik doe het niet goed’-bril, de ‘Er is iets mis met mij’-bril, de ‘Ik ben lastig’- bril, de ‘Ik ben raar’-bril, de ‘Het is mijn schuld’-bril etc. Wanneer je deze bril op hebt, interpreteer je het gedrag van anderen altijd op dezelfde negatieve manier: telkens weer denk je dat je het niet goed doet, dat er wat mis met je is, dat je lastig of raar gevonden wordt, dat iets jouw schuld is etc., zelfs wanneer dat helemaal niet het geval is. Een dergelijke bril kan afkomstig zijn uit je kindertijd omdat dat de boodschap was die je telkens kreeg, uit een vorig leven of kan van generatie op generatie doorgegeven zijn in de familielijn. Meestal ben je je er niet van bewust dat je deze bril op je neus hebt staan.
Hoe kun je deze patronen enigszins doorbreken? Door in te zien dat waardeoordelen, kritiek en afwijzing bij diegene hoort die veroordeelt, bekritiseert en afwijst en niet bij degene die beoordeeld, bekritiseerd of afgewezen wordt. Dat je je dit dus letterlijk en figuurlijk niet hoeft ‘aan te trekken’. Door in te zien dat je de neiging hebt om gedrag van anderen op een negatieve manier in te vullen en door je te realiseren dat jouw invullingen slechts invullingen zijn die niet noodzakelijk overeen komen met de realiteit. Door daar ten allen tijde alert op te zijn. Door goed te onderzoeken of je niet, zonder dat je het weet, een bepaalde negatieve bril op hebt staan. Wanneer dat zo is, lukt het niet per se meteen om de bril gewoon af te zetten. Er hangt namelijk een elastiekje aan dat ervoor zorgt dat de bril telkens weer terug op zijn plaats schiet. Realiseer je dit en probeer gaandeweg anders te gaan kijken. Dit is een proces dat veel tijd kost.
Confrontaties aangaan
Hsp’s hebben vaak moeite met confrontaties aangaan. Ze weten hun grenzen niet goed liggen, geven ze onvoldoende of laattijdig aan, of laten anderen er los overheen gaan. Hoe komt dat?
Hsp’s hebben moeite met confrontaties aangaan omdat ze erg invoelend zijn en daardoor soms hun eigen grenzen uit het oog verliezen. Ze gaan te veel in de energie van de ander zitten waardoor ze niet meer goed in hun eigen vel(d) zitten. Ze kunnen heel goed vanuit het perspectief van de ander kijken en vergeten daardoor hun eigen perspectief. Zo wordt het moeilijk om je eigen grenzen te onderscheiden, een eigen standpunt in te nemen en indien nodig een confrontatie aan te gaan. Daarom is het zaak om eerst weer te leren voelen waar je grenzen liggen en deze vervolgens tijdig en kordaat aan te geven. Hoe je dat doet, lees je onderaan de volgende paragraaf.
Hsp’s hebben moeite met confrontaties aangaan omdat ze erg vriendelijk zijn. Ze willen graag een vriendelijk gesprek voeren waarin alles uitgeklaard en uitgepraat wordt tot er weer harmonie is, in plaats van een onvriendelijke discussie die strijd (om gelijk) impliceert. Ze realiseren zich daarbij echter niet dat niet iedereen daartoe bereid of in staat is. Stap 1 is dus inzien dat niet iedereen op een liefde-, vredevolle en heldere manier kan of wil communiceren. Waarom dat zo is, is niet relevant: het verandert niets aan de zaak dat jij als hsp daar mee dient te leren omgaan. Je kunt hoogstens stellen dat er een verschil in niveau van communiceren is.
Maar hoe communiceer je met iemand die op een totaal andere manier communiceert dan jij? Daar lopen hsp’s nogal eens in verloren. Ze willen geen harde woorden of strijd, maar weten ook niet hoe het dan wel moet, waardoor ze soms blokkeren. Afstemmen op het niveau van de ander is dan de boodschap. Afstemmen wil in dit geval zeggen: die taal gebruiken die de ander verstaat, zelfs al past deze niet helemaal bij jou omdat ze wat harder klinkt. Hsp’s vinden op deze manier communiceren vaak te onvriendelijk, maar dat is niet zo, ook dit is mededogen hebben met de ander. Een olifant in een porseleinwinkel verstaat immers ook geen subtiele signalen. ‘No more mister nice guy!’
En wat als de ander boos wordt? Wel, dan wordt de ander boos. Realiseer je dat deze boosheid bij de ander hoort en dat je niet doodgaat wanneer een ander boos op je wordt. Je hebt als volwassene immers ‘tools’ tot je beschikking om met boosheid om te gaan die je als kind nauwelijks of niet had, met name je grenzen aangeven, weggaan etc.. Door deze ‘tools’ te gebruiken, maak je het veilig voor jezelf en kun je stap voor stap door je oude angsten en paniek heen gaan.
En wat als de ander ruzie wil maken? Wel, om ruzie te maken, moet je met twee zijn: als jij geen ruzie maakt, is er geen ruzie. Wat hierbij kan helpen is zeggen: ‘Deze discussie ga ik niet voeren’, waarna je de daad bij het woord voegt.
Een confrontatie aangaan houdt in dat je vanuit je kracht zegt waar het op staat, zonder te strijden. Een energetische ‘tool’ die kan helpen om goed bij jezelf en in je kracht te blijven, is je rechterhand onder je navel op je ki-punt leggen. Dit helpt je centreren (in je centrum blijven) waardoor je zowel fysiek als mentaal steviger staat en dus weerbaarder wordt. Wanneer iemand toch blijft doorgaan of je onrespectvol blijft behandelen, is de ander aan de deur zetten of zelf weggaan ook altijd een optie. Ook dat is een grens stellen.
Vaak zijn hsp’s vanwege hun empathie echter geneigd om hun grenzen veel te laat aan te geven. Toch is het belangrijk om dat op tijd te doen. Want wanneer je iemand anders over je grenzen heen laat gaan, dan word je boos. En wanneer je dat veelvuldig en langdurig toestaat, dan geraakt de sloot verstopt door oude koeien en ga je wrok koesteren.
Realiseer je ook dat niet iedereen altijd harmonie wilt. Accepteer in dat geval dan dat er geen harmonie is en leer daar harmonie mee te hebben. Want soms wil iemand gewoon een zak stront bij jou deponeren om er zelf vanaf te zijn. En als jij die zak stront niet aanneemt, van wie is die dan?
Verwachtingsgevoelig
Hsp’s kunnen door hun empathie erg verwachtingsgevoelig zijn. Ze voelen aan (of ze vullen in) wat de verwachtingen van anderen zijn of wat sociaal wenselijk is en denken vervolgens dat ze daaraan moeten voldoen. Dit kan ontaarden in pleasegedrag of in het vertonen van sociaal wenselijk gedrag ten koste van zichzelf.
Je kunt echter ook waarnemen wat de verwachtingen van anderen zijn, zonder daaraan te moeten voldoen. Bedenk dat je daarin altijd de keuze hebt en dat de verwachting bij de ander hoort en niet bij jou. Op deze manier wordt de grens tussen jou en de ander duidelijker en kun je beter in je eigen energie blijven.
Realiseer je ook dat wanneer je aan de verwachtingen van de ene voldoet, je niet noodzakelijk voldoet aan die van de andere. Je kunt nooit goed doen voor iedereen en niet iedereen hoeft jou leuk te vinden (Vind jij iedereen even leuk?). ‘Not everybody likes you, you are not pizza!’ En het is niet omdat iemand jou niet leuk vindt, dat je niet leuk bent. Ook hier hoort het oordeel bij de ander en niet bij jou.
Zie tenslotte in dat pleasen iets is dat je niet doet voor de ander, maar puur voor jezelf, om leuk en aardig gevonden te worden, om goedkeuring te krijgen etc.. Pleasen doe je dus niet uit altruïsme, maar uit eigenbelang. Realiseer je dat en ook dat 'de weg naar de hel geplaveid is met goede bedoelingen'. Moraal van het verhaal? Volg je hart, ongeacht wat andere mensen van je denken of vinden en ongeacht of ze je nou leuk vinden of niet.
Zelfzorg
Hsp’s zorgen te veel voor alles en iedereen en te weinig voor zichzelf. Zelfzorg is een werkpuntje voor hsp’s dat ook met grenzen stellen te maken heeft. Omdat hsp’s zo empathisch zijn, voelen ze heel goed aan wat anderen nodig hebben en menen ze vervolgens dat ze daarvoor moeten zorgen. Daarbij vergeten ze soms zichzelf, cijferen ze zichzelf weg, of gaat de zorg voor de ander te veel ten koste van zichzelf. Bedenk echter, dat wanneer je iets aanvoelt, je daar niet per sé meteen iets mee hoeft te doen. Vraag jezelf eerst af of je er überhaupt iets mee wilt doen. Je hebt namelijk altijd de keuze. En kijk dan of de zorg voor de ander al dan niet te veel ten koste van jezelf gaat. Je kunt immers niet geven wat je niet hebt. Vervolgens kun je een weloverwogen keuze maken.
Vergeet bij dit alles niet om goed voor jezelf te zorgen. Dat durven hsp’s wel eens te vergeten. Of ze durven de dingen die ze nodig hebben, niet aan te geven, bv. omdat ze niet tot last willen zijn. Toch is het belangrijk om dat wel te doen, omdat kleine dingen die er voor anderen vaak niet toedoen, een wereld van verschil kunnen maken voor een hsp. Denk hierbij bv. aan een plekje kiezen in een restaurant. Voor niet-hsp’s maakt het meestal niet zoveel uit waar ze zitten. Voor een hsp wel. Voor hem/haar kan het misschien fijn zijn om niet onder de muziekbox te zitten, op een plekje waar hij/zij naar buiten kan kijken. Of bv. op een kantoor met werkeilanden, zit een hsp misschien liever ergens aan de zijkant, op een rustig plekje met een scherm of wat planten om zich heen en een hoofdtelefoon op om te vermijden dat hij/zij de hele tijd afgeleid wordt door wat er om hem/haar heen gebeurt. Hsp’s durven dergelijke zaken echter vaak niet aan te geven, bv. uit angst om raar of asociaal gevonden te worden. Toch is het nodig om dat wel te doen. Dit is namelijk goed zorgen voor jezelf en dat is erg belangrijk voor een hsp.
Zelfzorg wordt door veel hsp’s al snel als egoïsme ervaren, maar dat is het niet. Het is voldoen aan wat je zelf nodig hebt om je goed te kunnen voelen. Want als jij je goed voelt, kun je pas floreren en een bijdrage leveren aan een betere wereld. En de huidige wereld heeft de talenten van een hsp nu meer dan ooit nodig!
Oneigenlijke verantwoordelijkheden opnemen (kindertijd)
De verantwoordelijkheid opnemen voor jezelf en je eigen daden is een goede zaak, die van een ander overnemen, is dat echter niet. Hsp’s hebben, o.a. door hun grote empathie, vaak een zeer groot verantwoordelijkheidsgevoel waardoor ze soms oneigenlijke verantwoordelijkheden op zich nemen. Hsp’s voelen feilloos aan wat de ander nodig heeft en achten het dan hun verantwoordelijkheid om deze noden te gaan invullen. Het gevaar dat hierin schuilt is dat je daardoor de verantwoordelijkheid van anderen gaat overnemen of verantwoordelijkheden gaat opnemen die niet van jou zijn. Dit patroon ontstaat meestal reeds in de kindertijd op een onbewust niveau, wanneer je als kind bv. voor een emotioneel behoeftige ouder gaat zorgen of wanneer je als ouder kind voor je jongere broertjes of zusjes gaat zorgen omdat jouw ouders dat niet (voldoende) doen. Dit vergt enige verdere uitleg.
Je kunt een familiesysteem voorstellen als een stamboom. Bovenaan staan de grootouders, daaronder de ouders, daaronder de kinderen, daaronder de kleinkinderen enz.. Iedereen heeft zijn eigen vaste plek in de stamboom. Wanneer jij nu, om wat voor reden dan ook, als kind voor een of beide ouders gaat zorgen, dan ga je op de verkeerde plek in de stamboom staan, wat niet de bedoeling is. Binnen een familiesysteem heerst namelijk de volgende familiale wet: Ouders zorgen voor kinderen, kinderen zorgen niet voor ouders. Kinderen geven ook niet terug aan hun ouders wat ze van hen gekregen hebben (dat kunnen ze niet want dat is te veel), kinderen geven dit wel door aan hun eigen kinderen.
Wanneer jij nu toch voor jouw ouders gaat zorgen, dan neem je dus een verantwoordelijkheid op jou die niet van jou is, waardoor je op de verkeerde plek terecht komt in de stamboom. Dat kost jou, want het is niet jouw taak. Een uitzondering hierop is zorgen voor bejaarde hulpbehoevende ouders. Dat kun je wel doen, maar wel vanuit jouw eigen plek in de stamboom en mits de nodige grenzen: realiseer je dat je ten allen tijde kunt kiezen welke hulp je al dan niet wenst te bieden.
Bemiddelen tussen ouders of ouders en broers of zussen, is ook een vorm van opnemen van oneigenlijke verantwoordelijkheden en daarom dus geen goed idee. Je bent immers niet de therapeut van je ouders, broers of zussen. Wanneer je dit toch doet, kom je weer op de verkeerde plek terecht, in het eerste geval tussen je ouders in en in het tweede geval tussen je ouders en je broers en zussen in. Bovendien werkt bemiddelen voor geen meter. Jij kunt misschien wel helder zien wat er speelt bij beide partijen, maar beide partijen kunnen dat niet goed bij elkaar zien. Dat komt doordat beide partijen in hun eigen pijn zitten waardoor ze de pijn bij de ander niet kunnen waarnemen. Bemiddelen werkt dus niet en kan zelfs averechts werken. Als bemiddelaar zit je immers tussen twee vuren en voor je het weet ben jij zelf de kop van jut. Realiseer je dat sommige dingen enkel door beide partijen onderling uitgewerkt kunnen worden en dat dat helemaal ok is. Dit zijn processen die veel tijd kosten, soms zelfs een leven lang. Het beste wat jij daarbij kunt doen is ertussenuit blijven, achterover leunen, de kat uit de boom kijken, de boel de boel laten en erop vertrouwen dat ze er zelf wel uit komen, is het niet in dit leven, dan wel in een volgend. Uiteindelijk komt alles goed.
Oneigenlijke verantwoordelijkheden opnemen (volwassenheid)
Het patroon van het overnemen van oneigenlijke verantwoordelijkheden, zet zich vaak (onbewust) verder in de volwassenheid. Hsp’s gaan dan verantwoordelijkheden op zich nemen die niet bij hen horen, wat averechts gaat werken. Je kunt immers niet jouw verantwoordelijkheden dragen plus die van een ander, dat is te zwaar. Je neemt te veel hooi op je vork, je gaat over je grenzen heen waardoor je na verloop van tijd onderuit dreigt te gaan of in een burn-out terecht komt.
Bovendien kom je op deze manier niet toe aan je eigen verantwoordelijkheden. Dat is tegelijkertijd ook de winst. Wanneer je de verantwoordelijkheden van een ander overneemt, kun en/of hoef je niet met je eigen verantwoordelijkheden aan de slag te gaan. Met je eigen verantwoordelijkheden aan de slag gaan, is namelijk veel moeilijker. Opvallend is dat bij hsp’s die veel oneigenlijke verantwoordelijkheden op zich hebben genomen, het eigen leven vaak een puinhoop is. Vaak gaat het op fysiek, financieel, woon- of werkvlak niet goed, de partnerrelatie loop niet, er zijn problemen met de kinderen etc., kortom, ze hebben hun eigen leven niet op de rails, maar ze willen wel de ander of soms zelfs de hele wereld redden! Dit patroon wordt ook wel het helpers- of redderssyndroom genoemd en is in essentie een verderzetting in de volwassenheid van het patroon van het willen helpen of redden van je ouders uit je kindertijd. Helpen of redden gaf jou destijds bestaansrecht (het recht om te bestaan) en dat doet het nu nog steeds.
Hoe kom je daaruit? Zie in dat helpen als bestaansrecht een illusie is die jou bovenal een vals gevoel van vervulling geeft (Ik ben nuttig want ik help). Besef dat je er mag zijn en dus recht van bestaan hebt, zonder dat je daar iets voor hoeft te doen (bv. helpen of redden). Stop met het willen redden van een ander en red jezelf. Zie in dat het niet jouw verantwoordelijkheid is om anderen te helpen of redden. Ga alleen nog mensen helpen als dat daadwerkelijk gevraagd wordt (geloof me, dat gebeurt niet zo vaak als je denkt). Realiseer je dat jij degene bent die het nodig heeft om de ander te helpen en dat het niet zozeer de ander is die jouw hulp nodig heeft. Vraag je af waarom jij per sé wilt helpen.
Vaak is jouw motivatie om te helpen toch niet zo altruïstisch als je denkt. Wanneer je eerlijk naar jezelf durft te kijken, merk je dat je voor jouw hulp toch wel wat zaken terug wilt, zoals bv. erkenning, bevestiging, waardering, dankbaarheid, gezien willen worden, belangrijk gevonden worden, liefde, vriendschap etc.. Op deze manier word je emotioneel afhankelijk van de ander. Emotioneel afhankelijk zijn wil zeggen dat je je welzijn laat afhangen van de mensen om je heen: je voelt je alleen maar goed wanneer je gezien, gewaardeerd, geliefd wordt etc. door anderen.
Hoe kom je uit die rol? Ga die dingen die je zo van de ander verlangt bv. (liefde, erkenning, waardering etc.) in jezelf ontwikkelen en aan jezelf geven. Op deze manier word je emotioneel autonoom en leer je vervulling te vinden in jezelf. Stop met verantwoordelijkheden over te nemen van een ander. Veeg nog uitsluitend voor je eigen deur. Laat los wat niet van jou is en neem op wat wel van jou is. Je hoeft een verantwoordelijkheid die niet van jou is, niet terug te geven, alleen los te laten. Of de ander al dan niet zijn verantwoordelijkheid opneemt, is zijn zaak, niet de jouwe. Ook niet wanneer de ander er dreigt aan onder door te gaan omdat hij weigert zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Ook is het niet omdat jij jouw verantwoordelijkheid opneemt, dat een ander dat ook moet doen. De ander is vrij om daarin zelf een keuze te maken.
Oneigenlijke verantwoordelijkheden opnemen (op het werk)
Het patroon van het overnemen van oneigenlijke verantwoordelijkheden kan zich ook verderzetten op het werk. Hsp’s nemen dan taken of verantwoordelijkheden op zich die niet bij hun takenpakket horen. Ze doen dit omdat ze heel goed het grotere geheel kunnen zien en wat daarin nodig is, omdat ze erg perfectionistisch zijn en alles heel goed willen doen of omdat ze er niet op vertrouwen dat anderen hun werk wel naar behoren zullen doen. Samenwerken en/of delegeren vinden ze om dezelfde reden ook erg moeilijk, want gaat die ander de taken wel even nauwgezet uitvoeren als zijzelf? Dan kunnen ze het maar beter zelf doen, niet? Deze houding zorgt ervoor dat hsp’s soms 3 jobs tegelijk doen in de tijd van 1, met alle gevolgen van dien, zoals bv. uitvallen of burn-out.
Hoe kom je daaruit? Laat los wat niet van jou is en neem uitsluitend op wat wel van jou is. Doe niet meer dan dat, ook niet wanneer het werk blijft liggen omdat het te veel is, een deadline niet gehaald wordt of een ander zijn werk niet (goed) doet. Op deze manier krijgt de bovenbouw het signaal dat er wat dient te gebeuren, bv. een extra werknemer aannemen om de job geklaard te krijgen, of een werknemer die zijn werk niet goed doet, daarop aanspreken. Als jij blijft doen zoals je altijd gedaan hebt en dus 3 jobs in 1 blijft doen of anderen hun werk blijft overnemen, dan is er voor de bovenbouw of voor de werknemer van wie jij het werk overneemt, geen enkele reden om stappen te ondernemen of te bewegen, integendeel! Vaak echter, durven hsp’s op werkgebied hun grenzen niet aan te geven, uit angst om hun job te verliezen. Stel je echter eens voor dat jij je juiste grenzen aangeeft, dat deze geen eer aangedaan worden en dat je vervolgens ontslagen wordt. Zou jij, als jij de keuze had, in een dergelijk bedrijf met een dergelijke energie willen blijven werken? Of ben jij, met jouw geweldige kwaliteiten en talenten, meer waard dan dat? Anders en beter, denk ik dan!
Vaak vinden hsp’s ook dat de leidinggevende zijn werk niet goed doet en menen ze het beter te kunnen. Alleen vergeten ze daarbij dat ze niet op de plek van de leidinggevende staan (en ook dat ze dat zelf vaak ook niet willen), maar op hun eigen, lagere plek in de hiërarchie van waaruit zij niet hetzelfde overzicht hebben als wat de leidinggevende boven hen heeft. Dit zie je soms ook bij ouders zonder kinderen die menen beter te weten hoe een kind op te voeden dan ouders die wel kinderen hebben. Daarbij vergeten ze dat ze zelf geen ouder zijn. Iedereen weet wel ongeveer hoe een kind op te voeden, maar het dag in dag uit van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat met vallen en opstaan gedurende 20 jaar lang doen, is heel wat anders dan het vanuit je hoofd vanop een veilig afstandje te bekijken en er van alles over te vinden. Het (menen te) weten is heel wat anders dan het zelf te leven. Zo ook op het werk.
Wat kun je wel doen wanneer de dingen (in jouw ogen) niet goed lopen op het werk? Je kunt er met je leidinggevende over praten, feedback geven en proberen iets aan de situatie te veranderen. Werkt dat, des te beter. Werkt dat niet, dan heb je weer twee keuzemogelijkheden: je accepteert hoe het is, of je gaat weg. Wanneer je niet accepteert hoe het is en je toch blijft, dan ben je in strijd met wat is en dat is erg vermoeiend. Je kun natuurlijk ook zelf leidinggevende worden of solo gaan werken. Wellicht passen deze opties beter bij jouw persoonlijkheid omdat je dan zelf de touwtjes in handen hebt.
Hyperalertheid
Hsp’s (en ook niet-hsp's) die om uiteenlopende redenen (bv. omdat een ouder dronk, labiel of onbetrouwbaar was etc.) niet zo’n veilige jeugd gehad hebben, kunnen last hebben van hyperalertheid. Het lijkt wel of ze voelsprieten op hun hoofd hebben waarmee ze onophoudelijk de ander en de omgeving aftasten: Is alles veilig? Is de ander veilig? Is de ander betrouwbaar? Ik wat voor stemming is de ander? Hoe reageert de ander? etc. Dat is erg vermoeiend. Je zit voortdurend in de energie van de ander en daardoor niet meer goed in je eigen vel(d). Aangezien energie de aandacht volgt, loop je helemaal leeg.
Hyperalertheid is een overlevingsmechanisme dat je in je kindertijd hebt ontwikkeld om je te doen helpen overleven, maar dat in je volwassen leven ondermijnend kan gaan werken. Er is immers een verschil tussen vroeger en nu. Vroeger bevond je je als kind in een onveilige situatie waaruit je niet weg kon. Je had dus geen andere keuze of ‘tools’. Nu, als volwassene, heb je die keuze wel en heb je bovendien nog andere mogelijkheden tot je beschikking die je als kind niet had, zoals bv. grenzen stellen, confrontaties aangaan, weggaan etc.. Alleen reageer je nog vanuit je oude angsten.
Hoe kom je daaruit? In de eerste plaats door je te realiseren dat je nu andere mogelijkheden hebt dan vroeger, door deze te gaan toepassen en daarbij met kleine stapjes doorheen je oude angsten te gaan: de kortste weg is immers altijd er dwars doorheen. Door grenzen te stellen, confrontaties aan te gaan, weg te gaan indien nodig etc., maak je het veilig voor jezelf en kun je je hyperalertheid beetje bij beetje loslaten. Een goed begin daarvan is je voelsprieten enigszins intrekken.
Dissociatie
Op energetisch gebied, houdt dissociatie in dat je je energetisch gedeeltelijk (via je kruinchakra) uit je lichaam terugtrekt, waardoor je gedeeltelijk ‘uit je dak’ gaat. Wanneer dat gebeurt, ben je energetisch niet meer volledig aanwezig in je lichaam, waardoor je ook niet meer de juiste grenzen kunt stellen of adequaat kunt handelen. Hierdoor kan het zijn dat je regelmatig in situaties belandt, waar je eigenlijk niet in wilde belanden. Zo kun je bv., voor je het weet, een afspraak gemaakt hebben met iemand waarmee je eigenlijk helemaal geen afspraak wilde maken, om iets te gaan doen dat je niet wilde doen, op een moment dat helemaal niet voor jou past. Wanneer je uiteindelijk weer helemaal in je lichaam terug bent, is de afspraak gemaakt en is het te laat. Geen nood echter, je kunt de afspraak naderhand nog altijd afzeggen :).
Grenzen stellen vereist dus in de eerste plaats dat je net heel goed in je lijf zit opdat je eerst zou kunnen voelen waar je grenzen precies liggen. Voor een hsp kan dat laatste even tijd nodig hebben. Daarna pas kun je adequaat handelen en je grenzen daadwerkelijk aangeven. Daarom is het handig voor een hsp om bij het maken van een afspraak, eerst de tijd te nemen om goed te voelen wat je wel en niet wilt. Je kunt dat bv. doen door te zeggen dat je eerst in je agenda moet kijken en dat je er dan later op terugkomt.
Dissociatie is een vluchtmechanisme uit je jeugd dat je destijds heeft helpen overleven op momenten dat je niet daadwerkelijk kon vechten of vluchten. De enige ‘tool’ die je toen nog tot je beschikking had, was vluchten op een energetische manier door je energie gedeeltelijk terug te trekken. Dit mechanisme gaat in de volwassenheid echter averechts werken omdat het je verhindert om op een gepaste manier te handelen.
Hoe kun je dit voorkomen? Door in te zien dat er een verschil is tussen vroeger en nu en dat je nu andere ‘tools’ hebt dan dissociëren, zoals bv. aanwezig zijn, voelen wat je wilt en daarnaar handelen. Op deze manier maak je het weer veilig voor jezelf. Je reageert echter nog steeds automatisch op de manier waarop je dat in je kindertijd deed en vaak zonder je daarvan bewust te zijn, met alle gevolgen van dien.
Hoe kom je daaruit? Allereerst door te (h)erkennen dat je energetisch uit je dak gaat en vervolgens door jezelf terug in je lijf te trekken. Daarna door te voelen wat je wel en niet wilt en de juiste grenzen te stellen. Dit alles is een proces dat enige oefening vergt. Iets veranderen dat je je hele leven gedaan hebt, kost tijd. Rome is ook niet in een dag gebouwd.
Andere thema's waar hsp's het moeilijk mee hebben
De positieve kanten i.p.v. de negatieve kanten van hoogsensitiviteit inzien
Hsp-zijn heeft voor- en nadelen. Er zijn twee keerzijdes aan de medaille. Aan de ene kant kun je goed waarnemen, aan de andere kant geraak je hierdoor overprikkeld. Aan de ene kant kun je goed voelen en invoelen, aan de andere kant heb je daardoor moeite met je grenzen te bewaren. Aan de ene kant wil je het heel goed doen, ben je plichtsgetrouw en gewetensvol, aan de andere kant ben je daardoor soms te perfectionistisch en ga je over je grenzen heen. Aan de ene kant geef je gas en wil je graag op een veilige manier nieuwe dingen uitproberen, aan de andere kant ga je op de rem staan omdat je bang bent voor de consequenties daarvan. Er zijn dus positieve en negatieve kanten aan hooggevoelig zijn. Veel hsp’s richten de aandacht echter voornamelijk op de negatieve kanten van hun eigenschap en niet op de positieve ervan en dat is jammer. Voor deze hsp’s is het een werkpuntje om het kind niet met het badwater weg te gooien en ook het goede van hun eigenschap te leren inzien.
Hoe doe je dat? Door het brandpunt van je aandacht te verleggen naar de mooie kanten van je hsp-zijn en door de negatieve kanten ervan te leren relativeren en accepteren. Dat verandert je beleving. Het is inderdaad niet altijd leuk om overprikkeld te raken, om bepaalde dingen te voelen zoals bv. pijn, verdriet of irritatie van anderen of om tegelijkertijd op de gas en de rem te staan. Het is echter ook geen drama, dus maak dat er dan ook niet van. Je kunt naderhand altijd ontprikkelen, wat je voelt gaat ook weer voorbij en uiteindelijk laat je de rem los en ga je toch die steeds weerkerende drempel over. Aanvaard dat die drempel er bij elke nieuwe activiteit weer is, dat is nu eenmaal zo, vecht er niet tegen en dramatiseer het niet.
Er zijn best wel wat hsp’s die niet hoogsensitief willen zijn. Dat komt voornamelijk doordat ze uitsluitend de aandacht richten op de nadelen van hun eigenschap. Hierdoor hebben ze er een sterk oordeel over, vechten ze ermee, gaan ze in plaats van te voelen erg in het cognitieve zitten of vermijden ze alles wat hun enig ‘nadeel’ kan berokkenen. Ze gaan als het ware onder een glazen stolp leven. Op deze manier ontkennen ze zichzelf en gaan ze in essentie het Leven zelf uit de weg. Er zijn ook hsp’s die geen kinderen willen enkel en alleen omdat die dan te gevoelig zouden zijn voor deze wereld. Dat is erg jammer, want deze wereld heeft net de verbindende kwaliteiten van een hsp meer dan ooit nodig!
Hoe kom je als hsp weer uit die glazen kast? Door te erkennen dat je hooggevoelig bent en de consequenties daarvan te leren aanvaarden. Door je aandacht te richten op de positieve kanten ervan en de negatieve te leren relativeren. Door in te zien dat een hsp ook dient te leren functioneren in deze wereld. Zo verandert je beleving en kan hooggevoelig zijn misschien nog leuk worden ook, eng, nietwaar?
Wat ook kan helpen bij het positief waarderen van je hooggevoeligheid, is leren de kwaliteiten en talenten die daarbij horen, in te zien. Dit kun je doen door je talenten en kwaliteiten eens op te lijsten op papier. Denk hierbij ook aan talenten en kwaliteiten die niet als dusdanig gezien en erkend worden in de maatschappij, zoals bv. goed kunnen voelen, waarnemen, invoelen, luisteren etc.. Bekijk je lijstje vervolgens regelmatig. Op deze manier kun je je talenten en kwaliteiten weer her-inneren. De wereld heeft immers ook de talenten van een hsp nodig! En dat brengt ons bij het volgende stuk: jezelf als hsp beroepsmatig neerzetten in de wereld.
Jezelf als hsp (beroepsmatig) neerzetten in de wereld
Veel hsp’s hebben moeite met zichzelf (beroepsmatig) neer te zetten in de huidige turbulente wereld. Ik merk dat in de deze tijd aanzienlijk wat hsp's (en ook niet-hsp's) beroepsmatig van richting willen veranderen. Ze zijn niet meer tevreden met hun huidige werk, ze willen wat anders, sommigen weten wat, anderen helemaal nog niet. Daarnaast weet men ook nog niet hoe dat andere praktisch te realiseren: je moet immers brood op de plank hebben, mensen hebben een gezin etc.. Deze zoektocht naar iets nieuws of naar iets ouds in een nieuw kleedje is een proces en processen kosten tijd. Je kunt niet weten wat je wilt (chakra 3), zonder te voelen (chakra 2). Dus is het zaak om eerst te gaan voelen en op basis van dat voelen, kom je erachter wat je wilt. En voelen, dat kun je oefenen bij mij in de praktijk op de behandeltafel en daarna in de buitenwereld. Waar word je blij en enthousiast van? Waar loop je warm voor? Als je dat niet weet, dien je een stapje te zetten door bv. een cursus of workshop te volgen en dan te voelen of dat wat voor je is. Je kunt immers niet ineens van A naar Z gaan, daartussenin zitten vele stapjes. Vaak zien mensen deze stapjes over het hoofd. Je kunt dit proces zien als een probleem of als een zoektocht, een pelgrimstocht, een avontuur, aan jou de keuze. Deze overgangsperiode van het oude naar het nieuwe, wordt vaak als lastig, spannend en onzeker aanzien: je kunt het oude niet meteen volledig loslaten en het nieuwe is er ook nog niet. Vaste zekerheden vallen weg. Toch kun je deze overgang op een veilige manier maken, bv. door deeltijds te gaan werken, intussen een cursus te volgen en te starten als zelfstandige in bijberoep. Zinvol bezig zijn, vervulling vinden in je werk, is voor hsp's meestal belangrijker dan alleen geld verdienen. Hsp's gaan echter vaak onder hun niveau werken om druk en stress te vermijden. Meestal houden ze dat echter niet lang vol omdat dergelijke jobs onvoldoende uitdaging bieden voor een hsp. Indien je als hsp worstelt met onzekerheden op gebied van levensloop en werk, dan heb je wellicht baat bij begeleiding bij je hoogsensitiviteit op werkgebied.
Eenzaamheid
Door je anders-zijn als hsp, kan het zijn dat je uitkomt bij een stukje eenzaamheid. Hsp’s hebben doorgaans 1 of enkele goede vrienden en een tamelijk beperkte sociale kring. Ze houden niet van oppervlakkige contacten en (luide) gesprekken die nergens over gaan. De meeste hsp’s zijn introvert en een minderheid is extravert. Hsp’s houden doorgaans meer van 1 op 1 gesprekken dan van grote sociale bijeenkomsten. Door dit alles hebben hsp’s vaak moeite om aansluiting te vinden bij anderen en met het vinden van gelijkgestemden. Het is niet omdat je hsp bent, dat je het noodzakelijkerwijze goed kunt vinden met andere hsp’s. Dat komt doordat hsp’s, net zoals niet-hsp’s, onderling erg kunnen verschillen waardoor ze niet noodzakelijk op dezelfde golflengte zitten. Aan dit gevoel van eenzaamheid valt niet veel te doen. Wat kan helpen is de aandacht richten op wat je wel gemeen hebt en niet op wat je niet gemeen hebt met anderen. Ook je verwachtingen aangaande anderen loslaten, kan ruimte bieden. Een leven vol verwachtingen is immers een leven vol teleurstellingen. En tot slot helpt het om dit gevoel van eenzaamheid te erkennen, te omarmen en te accepteren dat dit bij je hoort.
Evenwicht
Leren omgaan met je hoogsensitiviteit is ‘work in progress’: het is een dynamisch proces in de vorm van een continuüm waar je nooit helemaal klaar mee bent. Omgaan met je hooggevoeligheid moet je dus blijven doen, het wordt nooit een volledige verworvenheid. Als hsp ben je net een koorddanser die telkens weer naar het juiste evenwicht moet zoeken om overeind te blijven in de woelige en overweldigende wereld van nu. Het is belangrijk dat je je dat realiseert, anders geraak je toch maar ontmoedigd of teleurgesteld.